Een shanty is een zeemansliedje dat vroeger aan boord van de grote zeilschepen werd gezongen. Op de maat van de muziek werden de zware werkzaamheden met vereende krachten uitgevoerd. Er zijn een aantal soorten shanty’s. Bij iedere klus horen een aantal shanty’s. Zo waren er onder andere: Gangspilshantys, Haalshantys, Pompshantys, Ballastshantys en Forebitters.

Gangspilshantys zijn shanties die werden gezongen als het anker moest worden omhoog gedraaid.

De Haalshantys waren bedoeld voor het hijsen van de zeilen, wat in die tijd beslist niet met mooie gelagerde lieren werd gedaan. Een goed, en zeer bekend, voorbeeld van een haalshanty is Wie wil er mee naar Wierigen varen.

De Pompshantys waren er voor de mensen die het water uit het ruim moesten pompen, omdat de houten schepen wel eens wat water doorlieten. Om dit werk nog vlotter te laten verlopen, werden er liederen gezongen in de maat waarop het werk gedaan werd. The Ebenezer is zon pompshanty.

Ballastshantys werden gezongen als de ballast aan boord werd gebracht.
De schepen konden alleen varen als ze goed zwaar waren. De schepen waren topzwaar en als ze leeg zouden varen bestond er een grote kans dat het zou kapseizen. Om dit te voorkomen werd er ballast meegenomen. Een voorbeeld van een ballastshanty is West-zuid-west.

Door het zingen van deze liederen was het een stuk gemakkelijker om de zware arbeid te verrichten. Iedereen werkte op de maat van de muziek zodat het werk soepeler verliep. Er is nog een shanty, de zogenoemde Forebitter. s Avonds zo tussen 6 en 8 uur gingen de zeelui op het voordek op de bolders (forebits) zitten. Hier werden liederen gezongen wanneer zij niks hadden te doen. Vaak werden deze liederen door de accordeon begeleid. Een echte Forebitter is Sloop ´John B.´.